Zeegrasherstel Grevelingen
Het vergt een lange adem, en dan niet alleen omdat we moeten duiken om ondergedoken zeegras te herstellen. Maar in de Grevelingen pionieren met we al met zeegrasherstel sinds 2017! Het zeegrasherstel in de Zuidelijke Delta vergt een hele andere aanpak dan in de Waddenzee. Hier staat het zeegras grotendeels onder de waterlijn in plaats van op droogvallende wadplaten. Ook de geschiedenis van de Zuidelijke Delta zorgt voor andere uitdagingen in het zeegrasherstel.
Deel dit project
Hoe het zeegras verdween
Tot de Grevelingen dam werden aangelegd en de Brouwersdam werd gesloten was de Grevelingen een estuarium waarin het zoetwater van de rivieren en de Noordzee samenkwamen. Het Grevelingenmeer werd zoeter en veranderde in een brak meer zonder getijdewerking. Het groot zeegras profiteerde hiervan door zich aan te passen aan deze onnatuurlijke situatie. Het groeide de diepte in en nam een meerjarige strategie aan. Het nam in oppervlak toe van 1440 naar 4600 hectare! Maar de succesvolle aanpassing van het zeegras had uiteindelijk een nadeel. En dat bleek toen de Brouwersluis open werd gezet en de Grevelingen weer zouter werd. Het zeegras kiemde niet meer en verdween daardoor volledig.
Inmiddels is de waterkwaliteit verbeterd en wordt een natuurlijker waterbeheer toegepast door Rijkswaterstaat. Herintroductie van zeegras krijgt hierdoor weer een kans.
Pilots voor herstel
De eerste pilots werden uitgevoerd gebaseerd op de lessen in de Waddenzee waar al veel langer werd gewerkt aan zeegrasherstel. Bij Sylt (DK) werden zaadstengels verzameld van donorplanten. Een deel hiervan werd in het najaar in drijvende uienzakken, de zogenaamde BuDs-methode, uitgehangen om zeegraszaad te verspreiden. De overige zaadstengels konden afrijpen en in een bubbelsysteem waarna de zaden in een speciale winteropslag werden bewaard. In het voorjaar zijn vervolgens duizenden zeegraszaden in de bodem geïnjecteerd met een kitspuit. Een methode die in de Waddenzee al positieve resultaten had opgeleverd. Beide methoden gaven in Grevelingen geen succes. Daarom gebruik nu gemaakt van transplantatie van donorplanten uit Hamburger Hallig (DL) en Limfjord (DK). Hiermee lijken we een succesvolle methode te hebben gevonden.
Onvolledig voedselweb
Succesvol herstel is alsnog niet eenvoudig. De wadpieren woelen in Grevelingen de bodem zo sterk om dat ze nieuwe kiemplanten volledig begraven. Met wadpier exclosures en theezakjes werd geprobeerd ze weg te houden. Zonder succes. Hetzelfde deden we voor krabben. Zij kunnen de zaden opeten, kiemplanten vertrappen en bladeren afknippen. En ze zijn in Grevelingen met 3x zoveel aanwezig als in een natuurlijk zeegrasveld! Maar het had een averechts effect, de exclosures trokken eerder krabben aan dan ze buiten te sluiten. En dan waren er nog de zagers, die zeegrasbladeren aan elkaar plakken. De alikruiken die het zeegras weer schoonpoetsen zijn in Grevelingen met een te klein aantal om dit effect tegen te gaan. Daarom wordt nu bij het transplanteren van planten een handje alikruiken toegevoegd. Voor de overige bottlenecks is nog geen goede oplossing gevonden anders dan meer zeegras planten. Want een groot dicht zeegrasveld is beter beschermd tegen invloeden van buitenaf.
Wil je meer weten over zeegrasherstel? Klik dan naar het project Zeegrasherstel Waddenzee of naar ons nieuws.
Opdrachtgever
Rijkswaterstaat